De of het standaardgegeven?
Het standaardgegeven
Is het de of het standaardgegeven
In de Nederlandse taal gebruiken wij het standaardgegeven.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: standard data
Deutsch: Standard-Daten | Bekijk of het der of die Standard-Daten is.
Français: données standard | Bekijk of het Le o La données standard is.
Jou of jouw: jouw standaardgegeven
Buigings-e:
Mooi of mooie standaardgegeven
Groot of grote standaardgegeven
Half of halve standaardgegeven
Grappig of grappige standaardgegeven
Leeg of lege standaardgegeven
leuk of leuke standaardgegeven
Vet of vette standaardgegeven
Snel of snelle standaardgegeven
Wit of witte standaardgegeven
Klein of kleine standaardgegeven
Rood of rode standaardgegeven
Dik of dikke standaardgegeven
Oud of oude standaardgegeven
Goed of goede standaardgegeven
Wat rijmt er op standaardgegeven
Elk of elke: Elk standaardgegeven
Aanwijzend voornaamwoord: Dat standaardgegeven
Bezittelijk voornaamwoord: Ons standaardgegeven
Wat rijmt er op standaardgegeven
Buigings-e:
Mooi of mooie standaardgegeven
Groot of grote standaardgegeven
Half of halve standaardgegeven
Grappig of grappige standaardgegeven
Leeg of lege standaardgegeven
leuk of leuke standaardgegeven
Vet of vette standaardgegeven
Snel of snelle standaardgegeven
Wit of witte standaardgegeven
Klein of kleine standaardgegeven
Rood of rode standaardgegeven
Dik of dikke standaardgegeven
Oud of oude standaardgegeven
Goed of goede standaardgegeven
Wat rijmt er op standaardgegeven
Elk of elke: Elk standaardgegeven
Aanwijzend voornaamwoord: Dat standaardgegeven
Bezittelijk voornaamwoord: Ons standaardgegeven
Wat rijmt er op standaardgegeven
Oefening van de dag