De of het sleutelbordje?
Het sleutelbordje
Is het de of het sleutelbordje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het sleutelbordje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: key board
Jou of jouw: jouw sleutelbordje
Buigings-e:
Mooi of mooie sleutelbordje
Groot of grote sleutelbordje
Half of halve sleutelbordje
Grappig of grappige sleutelbordje
Leeg of lege sleutelbordje
leuk of leuke sleutelbordje
Vet of vette sleutelbordje
Snel of snelle sleutelbordje
Wit of witte sleutelbordje
Klein of kleine sleutelbordje
Rood of rode sleutelbordje
Dik of dikke sleutelbordje
Oud of oude sleutelbordje
Goed of goede sleutelbordje
Wat rijmt er op sleutelbordje
Elk of elke: Elk sleutelbordje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat sleutelbordje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons sleutelbordje
Wat rijmt er op sleutelbordje
Buigings-e:
Mooi of mooie sleutelbordje
Groot of grote sleutelbordje
Half of halve sleutelbordje
Grappig of grappige sleutelbordje
Leeg of lege sleutelbordje
leuk of leuke sleutelbordje
Vet of vette sleutelbordje
Snel of snelle sleutelbordje
Wit of witte sleutelbordje
Klein of kleine sleutelbordje
Rood of rode sleutelbordje
Dik of dikke sleutelbordje
Oud of oude sleutelbordje
Goed of goede sleutelbordje
Wat rijmt er op sleutelbordje
Elk of elke: Elk sleutelbordje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat sleutelbordje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons sleutelbordje
Wat rijmt er op sleutelbordje
Oefening van de dag