De of het seizoenwerkloosheid?
De seizoenwerkloosheid
Is het de of het seizoenwerkloosheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de seizoenwerkloosheid.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: seasonal unemployment
Deutsch: saisonale Arbeitslosigkeit | Bekijk of het der of die saisonale Arbeitslosigkeit is.
Français: chômage saisonnier | Bekijk of het Le o La chômage saisonnier is.
Jou of jouw: jouw seizoenwerkloosheid
Buigings-e:
Mooi of mooie seizoenwerkloosheid
Groot of grote seizoenwerkloosheid
Half of halve seizoenwerkloosheid
Grappig of grappige seizoenwerkloosheid
Leeg of lege seizoenwerkloosheid
leuk of leuke seizoenwerkloosheid
Vet of vette seizoenwerkloosheid
Snel of snelle seizoenwerkloosheid
Wit of witte seizoenwerkloosheid
Klein of kleine seizoenwerkloosheid
Rood of rode seizoenwerkloosheid
Dik of dikke seizoenwerkloosheid
Oud of oude seizoenwerkloosheid
Goed of goede seizoenwerkloosheid
Wat rijmt er op seizoenwerkloosheid
Elk of elke: Elke seizoenwerkloosheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die seizoenwerkloosheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze seizoenwerkloosheid
Wat rijmt er op seizoenwerkloosheid
Buigings-e:
Mooi of mooie seizoenwerkloosheid
Groot of grote seizoenwerkloosheid
Half of halve seizoenwerkloosheid
Grappig of grappige seizoenwerkloosheid
Leeg of lege seizoenwerkloosheid
leuk of leuke seizoenwerkloosheid
Vet of vette seizoenwerkloosheid
Snel of snelle seizoenwerkloosheid
Wit of witte seizoenwerkloosheid
Klein of kleine seizoenwerkloosheid
Rood of rode seizoenwerkloosheid
Dik of dikke seizoenwerkloosheid
Oud of oude seizoenwerkloosheid
Goed of goede seizoenwerkloosheid
Wat rijmt er op seizoenwerkloosheid
Elk of elke: Elke seizoenwerkloosheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die seizoenwerkloosheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze seizoenwerkloosheid
Wat rijmt er op seizoenwerkloosheid
Oefening van de dag
