De of het schietvaardigheid?
De schietvaardigheid
Is het de of het schietvaardigheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de schietvaardigheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: marksmanship
Deutsch: Treffsicherheit | Bekijk of het der of die Treffsicherheit is.
Français: adresse au tir | Bekijk of het Le o La adresse au tir is.
Jou of jouw: jouw schietvaardigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie schietvaardigheid
Groot of grote schietvaardigheid
Half of halve schietvaardigheid
Grappig of grappige schietvaardigheid
Leeg of lege schietvaardigheid
leuk of leuke schietvaardigheid
Vet of vette schietvaardigheid
Snel of snelle schietvaardigheid
Wit of witte schietvaardigheid
Klein of kleine schietvaardigheid
Rood of rode schietvaardigheid
Dik of dikke schietvaardigheid
Oud of oude schietvaardigheid
Goed of goede schietvaardigheid
Wat rijmt er op schietvaardigheid
Elk of elke: Elke schietvaardigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die schietvaardigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schietvaardigheid
Wat rijmt er op schietvaardigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie schietvaardigheid
Groot of grote schietvaardigheid
Half of halve schietvaardigheid
Grappig of grappige schietvaardigheid
Leeg of lege schietvaardigheid
leuk of leuke schietvaardigheid
Vet of vette schietvaardigheid
Snel of snelle schietvaardigheid
Wit of witte schietvaardigheid
Klein of kleine schietvaardigheid
Rood of rode schietvaardigheid
Dik of dikke schietvaardigheid
Oud of oude schietvaardigheid
Goed of goede schietvaardigheid
Wat rijmt er op schietvaardigheid
Elk of elke: Elke schietvaardigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die schietvaardigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schietvaardigheid
Wat rijmt er op schietvaardigheid
Oefening van de dag