De of het rubberhandschoen?
De rubberhandschoen
Is het de of het rubberhandschoen
In de Nederlandse taal gebruiken wij de rubberhandschoen.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: rubber glove
Deutsch: Gummihandschuh | Bekijk of het der of die Gummihandschuh is.
Français: gant de caoutchouc | Bekijk of het Le o La gant de caoutchouc is.
Jou of jouw: jouw rubberhandschoen
Buigings-e:
Mooi of mooie rubberhandschoen
Groot of grote rubberhandschoen
Half of halve rubberhandschoen
Grappig of grappige rubberhandschoen
Leeg of lege rubberhandschoen
leuk of leuke rubberhandschoen
Vet of vette rubberhandschoen
Snel of snelle rubberhandschoen
Wit of witte rubberhandschoen
Klein of kleine rubberhandschoen
Rood of rode rubberhandschoen
Dik of dikke rubberhandschoen
Oud of oude rubberhandschoen
Goed of goede rubberhandschoen
Wat rijmt er op rubberhandschoen
Elk of elke: Elke rubberhandschoen
Aanwijzend voornaamwoord: Die rubberhandschoen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rubberhandschoen
Wat rijmt er op rubberhandschoen
Buigings-e:
Mooi of mooie rubberhandschoen
Groot of grote rubberhandschoen
Half of halve rubberhandschoen
Grappig of grappige rubberhandschoen
Leeg of lege rubberhandschoen
leuk of leuke rubberhandschoen
Vet of vette rubberhandschoen
Snel of snelle rubberhandschoen
Wit of witte rubberhandschoen
Klein of kleine rubberhandschoen
Rood of rode rubberhandschoen
Dik of dikke rubberhandschoen
Oud of oude rubberhandschoen
Goed of goede rubberhandschoen
Wat rijmt er op rubberhandschoen
Elk of elke: Elke rubberhandschoen
Aanwijzend voornaamwoord: Die rubberhandschoen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rubberhandschoen
Wat rijmt er op rubberhandschoen
Oefening van de dag
