De of het programaatje?
Het programaatje
Is het de of het programaatje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het programaatje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: programaatje
Jou of jouw: jouw programaatje
Buigings-e:
Mooi of mooie programaatje
Groot of grote programaatje
Half of halve programaatje
Grappig of grappige programaatje
Leeg of lege programaatje
leuk of leuke programaatje
Vet of vette programaatje
Snel of snelle programaatje
Wit of witte programaatje
Klein of kleine programaatje
Rood of rode programaatje
Dik of dikke programaatje
Oud of oude programaatje
Goed of goede programaatje
Wat rijmt er op programaatje
Elk of elke: Elk programaatje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat programaatje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons programaatje
Wat rijmt er op programaatje
Buigings-e:
Mooi of mooie programaatje
Groot of grote programaatje
Half of halve programaatje
Grappig of grappige programaatje
Leeg of lege programaatje
leuk of leuke programaatje
Vet of vette programaatje
Snel of snelle programaatje
Wit of witte programaatje
Klein of kleine programaatje
Rood of rode programaatje
Dik of dikke programaatje
Oud of oude programaatje
Goed of goede programaatje
Wat rijmt er op programaatje
Elk of elke: Elk programaatje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat programaatje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons programaatje
Wat rijmt er op programaatje
Oefening van de dag