De of het probleemconstatering?
De probleemconstatering
Is het de of het probleemconstatering
In de Nederlandse taal gebruiken wij de probleemconstatering.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: problem constellation
Jou of jouw: jouw probleemconstatering
Buigings-e:
Mooi of mooie probleemconstatering
Groot of grote probleemconstatering
Half of halve probleemconstatering
Grappig of grappige probleemconstatering
Leeg of lege probleemconstatering
leuk of leuke probleemconstatering
Vet of vette probleemconstatering
Snel of snelle probleemconstatering
Wit of witte probleemconstatering
Klein of kleine probleemconstatering
Rood of rode probleemconstatering
Dik of dikke probleemconstatering
Oud of oude probleemconstatering
Goed of goede probleemconstatering
Wat rijmt er op probleemconstatering
Elk of elke: Elke probleemconstatering
Aanwijzend voornaamwoord: Die probleemconstatering
Bezittelijk voornaamwoord: Onze probleemconstatering
Wat rijmt er op probleemconstatering
Buigings-e:
Mooi of mooie probleemconstatering
Groot of grote probleemconstatering
Half of halve probleemconstatering
Grappig of grappige probleemconstatering
Leeg of lege probleemconstatering
leuk of leuke probleemconstatering
Vet of vette probleemconstatering
Snel of snelle probleemconstatering
Wit of witte probleemconstatering
Klein of kleine probleemconstatering
Rood of rode probleemconstatering
Dik of dikke probleemconstatering
Oud of oude probleemconstatering
Goed of goede probleemconstatering
Wat rijmt er op probleemconstatering
Elk of elke: Elke probleemconstatering
Aanwijzend voornaamwoord: Die probleemconstatering
Bezittelijk voornaamwoord: Onze probleemconstatering
Wat rijmt er op probleemconstatering
Oefening van de dag