De of het praktijkhandboek?
Het praktijkhandboek
Is het de of het praktijkhandboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het praktijkhandboek.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: practical handbook
Jou of jouw: jouw praktijkhandboek
Buigings-e:
Mooi of mooie praktijkhandboek
Groot of grote praktijkhandboek
Half of halve praktijkhandboek
Grappig of grappige praktijkhandboek
Leeg of lege praktijkhandboek
leuk of leuke praktijkhandboek
Vet of vette praktijkhandboek
Snel of snelle praktijkhandboek
Wit of witte praktijkhandboek
Klein of kleine praktijkhandboek
Rood of rode praktijkhandboek
Dik of dikke praktijkhandboek
Oud of oude praktijkhandboek
Goed of goede praktijkhandboek
Wat rijmt er op praktijkhandboek
Elk of elke: Elk praktijkhandboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat praktijkhandboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons praktijkhandboek
Wat rijmt er op praktijkhandboek
Buigings-e:
Mooi of mooie praktijkhandboek
Groot of grote praktijkhandboek
Half of halve praktijkhandboek
Grappig of grappige praktijkhandboek
Leeg of lege praktijkhandboek
leuk of leuke praktijkhandboek
Vet of vette praktijkhandboek
Snel of snelle praktijkhandboek
Wit of witte praktijkhandboek
Klein of kleine praktijkhandboek
Rood of rode praktijkhandboek
Dik of dikke praktijkhandboek
Oud of oude praktijkhandboek
Goed of goede praktijkhandboek
Wat rijmt er op praktijkhandboek
Elk of elke: Elk praktijkhandboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat praktijkhandboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons praktijkhandboek
Wat rijmt er op praktijkhandboek
Oefening van de dag
