De of het openbaarvervoermiddel?
Het openbaarvervoermiddel
Is het de of het openbaarvervoermiddel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het openbaarvervoermiddel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Public transport means
Jou of jouw: jouw openbaarvervoermiddel
Buigings-e:
Mooi of mooie openbaarvervoermiddel
Groot of grote openbaarvervoermiddel
Half of halve openbaarvervoermiddel
Grappig of grappige openbaarvervoermiddel
Leeg of lege openbaarvervoermiddel
leuk of leuke openbaarvervoermiddel
Vet of vette openbaarvervoermiddel
Snel of snelle openbaarvervoermiddel
Wit of witte openbaarvervoermiddel
Klein of kleine openbaarvervoermiddel
Rood of rode openbaarvervoermiddel
Dik of dikke openbaarvervoermiddel
Oud of oude openbaarvervoermiddel
Goed of goede openbaarvervoermiddel
Wat rijmt er op openbaarvervoermiddel
Elk of elke: Elk openbaarvervoermiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat openbaarvervoermiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons openbaarvervoermiddel
Wat rijmt er op openbaarvervoermiddel
Buigings-e:
Mooi of mooie openbaarvervoermiddel
Groot of grote openbaarvervoermiddel
Half of halve openbaarvervoermiddel
Grappig of grappige openbaarvervoermiddel
Leeg of lege openbaarvervoermiddel
leuk of leuke openbaarvervoermiddel
Vet of vette openbaarvervoermiddel
Snel of snelle openbaarvervoermiddel
Wit of witte openbaarvervoermiddel
Klein of kleine openbaarvervoermiddel
Rood of rode openbaarvervoermiddel
Dik of dikke openbaarvervoermiddel
Oud of oude openbaarvervoermiddel
Goed of goede openbaarvervoermiddel
Wat rijmt er op openbaarvervoermiddel
Elk of elke: Elk openbaarvervoermiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat openbaarvervoermiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons openbaarvervoermiddel
Wat rijmt er op openbaarvervoermiddel
Oefening van de dag