De of het ontvloeien?
Het ontvloeien
Is het de of het ontvloeien
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontvloeien.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ontvloeien
Deutsch: ontvloeien | Bekijk of het der of die ontvloeien is.
Français: ontvloeien | Bekijk of het Le o La ontvloeien is.
Jou of jouw: jouw ontvloeien
Buigings-e:
Mooi of mooie ontvloeien
Groot of grote ontvloeien
Half of halve ontvloeien
Grappig of grappige ontvloeien
Leeg of lege ontvloeien
leuk of leuke ontvloeien
Vet of vette ontvloeien
Snel of snelle ontvloeien
Wit of witte ontvloeien
Klein of kleine ontvloeien
Rood of rode ontvloeien
Dik of dikke ontvloeien
Oud of oude ontvloeien
Goed of goede ontvloeien
Wat rijmt er op ontvloeien
Elk of elke: Elk ontvloeien
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontvloeien
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontvloeien
Wat rijmt er op ontvloeien
Buigings-e:
Mooi of mooie ontvloeien
Groot of grote ontvloeien
Half of halve ontvloeien
Grappig of grappige ontvloeien
Leeg of lege ontvloeien
leuk of leuke ontvloeien
Vet of vette ontvloeien
Snel of snelle ontvloeien
Wit of witte ontvloeien
Klein of kleine ontvloeien
Rood of rode ontvloeien
Dik of dikke ontvloeien
Oud of oude ontvloeien
Goed of goede ontvloeien
Wat rijmt er op ontvloeien
Elk of elke: Elk ontvloeien
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontvloeien
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontvloeien
Wat rijmt er op ontvloeien
Oefening van de dag