De of het ontkolen?
Het ontkolen
Is het de of het ontkolen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontkolen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: decarbonization
Deutsch: Entkarbonisierung | Bekijk of het der of die Entkarbonisierung is.
Français: décarburation | Bekijk of het Le o La décarburation is.
Jou of jouw: jouw ontkolen
Buigings-e:
Mooi of mooie ontkolen
Groot of grote ontkolen
Half of halve ontkolen
Grappig of grappige ontkolen
Leeg of lege ontkolen
leuk of leuke ontkolen
Vet of vette ontkolen
Snel of snelle ontkolen
Wit of witte ontkolen
Klein of kleine ontkolen
Rood of rode ontkolen
Dik of dikke ontkolen
Oud of oude ontkolen
Goed of goede ontkolen
Wat rijmt er op ontkolen
Elk of elke: Elk ontkolen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontkolen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontkolen
Wat rijmt er op ontkolen
Buigings-e:
Mooi of mooie ontkolen
Groot of grote ontkolen
Half of halve ontkolen
Grappig of grappige ontkolen
Leeg of lege ontkolen
leuk of leuke ontkolen
Vet of vette ontkolen
Snel of snelle ontkolen
Wit of witte ontkolen
Klein of kleine ontkolen
Rood of rode ontkolen
Dik of dikke ontkolen
Oud of oude ontkolen
Goed of goede ontkolen
Wat rijmt er op ontkolen
Elk of elke: Elk ontkolen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontkolen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontkolen
Wat rijmt er op ontkolen
Oefening van de dag