De of het omhelzen?
Het omhelzen
Is het de of het omhelzen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het omhelzen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: embrace
Deutsch: zu umarmen | Bekijk of het der of die zu umarmen is.
Français: embrasser | Bekijk of het Le o La embrasser is.
Jou of jouw: jouw omhelzen
Buigings-e:
Mooi of mooie omhelzen
Groot of grote omhelzen
Half of halve omhelzen
Grappig of grappige omhelzen
Leeg of lege omhelzen
leuk of leuke omhelzen
Vet of vette omhelzen
Snel of snelle omhelzen
Wit of witte omhelzen
Klein of kleine omhelzen
Rood of rode omhelzen
Dik of dikke omhelzen
Oud of oude omhelzen
Goed of goede omhelzen
Wat rijmt er op omhelzen
Elk of elke: Elk omhelzen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omhelzen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omhelzen
Wat rijmt er op omhelzen
Buigings-e:
Mooi of mooie omhelzen
Groot of grote omhelzen
Half of halve omhelzen
Grappig of grappige omhelzen
Leeg of lege omhelzen
leuk of leuke omhelzen
Vet of vette omhelzen
Snel of snelle omhelzen
Wit of witte omhelzen
Klein of kleine omhelzen
Rood of rode omhelzen
Dik of dikke omhelzen
Oud of oude omhelzen
Goed of goede omhelzen
Wat rijmt er op omhelzen
Elk of elke: Elk omhelzen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omhelzen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omhelzen
Wat rijmt er op omhelzen
Oefening van de dag