De of het olijfgroen?
Het olijfgroen
Is het de of het olijfgroen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het olijfgroen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: olive
Deutsch: Olive | Bekijk of het der of die Olive is.
Français: olive | Bekijk of het Le o La olive is.
Jou of jouw: jouw olijfgroen
Buigings-e:
Mooi of mooie olijfgroen
Groot of grote olijfgroen
Half of halve olijfgroen
Grappig of grappige olijfgroen
Leeg of lege olijfgroen
leuk of leuke olijfgroen
Vet of vette olijfgroen
Snel of snelle olijfgroen
Wit of witte olijfgroen
Klein of kleine olijfgroen
Rood of rode olijfgroen
Dik of dikke olijfgroen
Oud of oude olijfgroen
Goed of goede olijfgroen
Wat rijmt er op olijfgroen
Elk of elke: Elk olijfgroen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat olijfgroen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons olijfgroen
Wat rijmt er op olijfgroen
Buigings-e:
Mooi of mooie olijfgroen
Groot of grote olijfgroen
Half of halve olijfgroen
Grappig of grappige olijfgroen
Leeg of lege olijfgroen
leuk of leuke olijfgroen
Vet of vette olijfgroen
Snel of snelle olijfgroen
Wit of witte olijfgroen
Klein of kleine olijfgroen
Rood of rode olijfgroen
Dik of dikke olijfgroen
Oud of oude olijfgroen
Goed of goede olijfgroen
Wat rijmt er op olijfgroen
Elk of elke: Elk olijfgroen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat olijfgroen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons olijfgroen
Wat rijmt er op olijfgroen
Oefening van de dag