De of het obligatiehouder?
De obligatiehouder
Is het de of het obligatiehouder
In de Nederlandse taal gebruiken wij de obligatiehouder.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bondholder
Deutsch: Anleihegläubiger | Bekijk of het der of die Anleihegläubiger is.
Français: obligataire | Bekijk of het Le o La obligataire is.
Jou of jouw: jouw obligatiehouder
Buigings-e:
Mooi of mooie obligatiehouder
Groot of grote obligatiehouder
Half of halve obligatiehouder
Grappig of grappige obligatiehouder
Leeg of lege obligatiehouder
leuk of leuke obligatiehouder
Vet of vette obligatiehouder
Snel of snelle obligatiehouder
Wit of witte obligatiehouder
Klein of kleine obligatiehouder
Rood of rode obligatiehouder
Dik of dikke obligatiehouder
Oud of oude obligatiehouder
Goed of goede obligatiehouder
Wat rijmt er op obligatiehouder
Elk of elke: Elke obligatiehouder
Aanwijzend voornaamwoord: Die obligatiehouder
Bezittelijk voornaamwoord: Onze obligatiehouder
Wat rijmt er op obligatiehouder
Buigings-e:
Mooi of mooie obligatiehouder
Groot of grote obligatiehouder
Half of halve obligatiehouder
Grappig of grappige obligatiehouder
Leeg of lege obligatiehouder
leuk of leuke obligatiehouder
Vet of vette obligatiehouder
Snel of snelle obligatiehouder
Wit of witte obligatiehouder
Klein of kleine obligatiehouder
Rood of rode obligatiehouder
Dik of dikke obligatiehouder
Oud of oude obligatiehouder
Goed of goede obligatiehouder
Wat rijmt er op obligatiehouder
Elk of elke: Elke obligatiehouder
Aanwijzend voornaamwoord: Die obligatiehouder
Bezittelijk voornaamwoord: Onze obligatiehouder
Wat rijmt er op obligatiehouder
Oefening van de dag
