De of het neuropeptide?
De neuropeptide
Is het de of het neuropeptide
In de Nederlandse taal gebruiken wij de neuropeptide.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: neuropeptide
Deutsch: Neuropeptid | Bekijk of het der of die Neuropeptid is.
Français: neuropeptide | Bekijk of het Le o La neuropeptide is.
Jou of jouw: jouw neuropeptide
Buigings-e:
Mooi of mooie neuropeptide
Groot of grote neuropeptide
Half of halve neuropeptide
Grappig of grappige neuropeptide
Leeg of lege neuropeptide
leuk of leuke neuropeptide
Vet of vette neuropeptide
Snel of snelle neuropeptide
Wit of witte neuropeptide
Klein of kleine neuropeptide
Rood of rode neuropeptide
Dik of dikke neuropeptide
Oud of oude neuropeptide
Goed of goede neuropeptide
Wat rijmt er op neuropeptide
Elk of elke: Elke neuropeptide
Aanwijzend voornaamwoord: Die neuropeptide
Bezittelijk voornaamwoord: Onze neuropeptide
Wat rijmt er op neuropeptide
Buigings-e:
Mooi of mooie neuropeptide
Groot of grote neuropeptide
Half of halve neuropeptide
Grappig of grappige neuropeptide
Leeg of lege neuropeptide
leuk of leuke neuropeptide
Vet of vette neuropeptide
Snel of snelle neuropeptide
Wit of witte neuropeptide
Klein of kleine neuropeptide
Rood of rode neuropeptide
Dik of dikke neuropeptide
Oud of oude neuropeptide
Goed of goede neuropeptide
Wat rijmt er op neuropeptide
Elk of elke: Elke neuropeptide
Aanwijzend voornaamwoord: Die neuropeptide
Bezittelijk voornaamwoord: Onze neuropeptide
Wat rijmt er op neuropeptide
Oefening van de dag