De of het nekletsel?
Het nekletsel
Is het de of het nekletsel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het nekletsel.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: neck injury
Deutsch: Nackenschmerzen | Bekijk of het der of die Nackenschmerzen is.
Français: blessures du cou | Bekijk of het Le o La blessures du cou is.
Jou of jouw: jouw nekletsel
Buigings-e:
Mooi of mooie nekletsel
Groot of grote nekletsel
Half of halve nekletsel
Grappig of grappige nekletsel
Leeg of lege nekletsel
leuk of leuke nekletsel
Vet of vette nekletsel
Snel of snelle nekletsel
Wit of witte nekletsel
Klein of kleine nekletsel
Rood of rode nekletsel
Dik of dikke nekletsel
Oud of oude nekletsel
Goed of goede nekletsel
Wat rijmt er op nekletsel
Elk of elke: Elk nekletsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nekletsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nekletsel
Wat rijmt er op nekletsel
Buigings-e:
Mooi of mooie nekletsel
Groot of grote nekletsel
Half of halve nekletsel
Grappig of grappige nekletsel
Leeg of lege nekletsel
leuk of leuke nekletsel
Vet of vette nekletsel
Snel of snelle nekletsel
Wit of witte nekletsel
Klein of kleine nekletsel
Rood of rode nekletsel
Dik of dikke nekletsel
Oud of oude nekletsel
Goed of goede nekletsel
Wat rijmt er op nekletsel
Elk of elke: Elk nekletsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nekletsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nekletsel
Wat rijmt er op nekletsel
Oefening van de dag
