De of het neerliggen?
Het neerliggen
Is het de of het neerliggen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het neerliggen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: lying down
Deutsch: hinlegen | Bekijk of het der of die hinlegen is.
Français: allongé | Bekijk of het Le o La allongé is.
Jou of jouw: jouw neerliggen
Buigings-e:
Mooi of mooie neerliggen
Groot of grote neerliggen
Half of halve neerliggen
Grappig of grappige neerliggen
Leeg of lege neerliggen
leuk of leuke neerliggen
Vet of vette neerliggen
Snel of snelle neerliggen
Wit of witte neerliggen
Klein of kleine neerliggen
Rood of rode neerliggen
Dik of dikke neerliggen
Oud of oude neerliggen
Goed of goede neerliggen
Wat rijmt er op neerliggen
Elk of elke: Elk neerliggen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat neerliggen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons neerliggen
Wat rijmt er op neerliggen
terneerliggen -
Buigings-e:
Mooi of mooie neerliggen
Groot of grote neerliggen
Half of halve neerliggen
Grappig of grappige neerliggen
Leeg of lege neerliggen
leuk of leuke neerliggen
Vet of vette neerliggen
Snel of snelle neerliggen
Wit of witte neerliggen
Klein of kleine neerliggen
Rood of rode neerliggen
Dik of dikke neerliggen
Oud of oude neerliggen
Goed of goede neerliggen
Wat rijmt er op neerliggen
Elk of elke: Elk neerliggen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat neerliggen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons neerliggen
Wat rijmt er op neerliggen
terneerliggen -
Oefening van de dag