De of het natuurgeloof?
Het natuurgeloof
Is het de of het natuurgeloof
In de Nederlandse taal gebruiken wij het natuurgeloof.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nature of faith
Deutsch: Wesen des Glaubens | Bekijk of het der of die Wesen des Glaubens is.
Français: nature de la foi | Bekijk of het Le o La nature de la foi is.
Jou of jouw: jouw natuurgeloof
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurgeloof
Groot of grote natuurgeloof
Half of halve natuurgeloof
Grappig of grappige natuurgeloof
Leeg of lege natuurgeloof
leuk of leuke natuurgeloof
Vet of vette natuurgeloof
Snel of snelle natuurgeloof
Wit of witte natuurgeloof
Klein of kleine natuurgeloof
Rood of rode natuurgeloof
Dik of dikke natuurgeloof
Oud of oude natuurgeloof
Goed of goede natuurgeloof
Wat rijmt er op natuurgeloof
Elk of elke: Elk natuurgeloof
Aanwijzend voornaamwoord: Dat natuurgeloof
Bezittelijk voornaamwoord: Ons natuurgeloof
Wat rijmt er op natuurgeloof
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurgeloof
Groot of grote natuurgeloof
Half of halve natuurgeloof
Grappig of grappige natuurgeloof
Leeg of lege natuurgeloof
leuk of leuke natuurgeloof
Vet of vette natuurgeloof
Snel of snelle natuurgeloof
Wit of witte natuurgeloof
Klein of kleine natuurgeloof
Rood of rode natuurgeloof
Dik of dikke natuurgeloof
Oud of oude natuurgeloof
Goed of goede natuurgeloof
Wat rijmt er op natuurgeloof
Elk of elke: Elk natuurgeloof
Aanwijzend voornaamwoord: Dat natuurgeloof
Bezittelijk voornaamwoord: Ons natuurgeloof
Wat rijmt er op natuurgeloof
Oefening van de dag