De of het naderbij?
De naderbij
Is het de of het naderbij
In de Nederlandse taal gebruiken wij de naderbij.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Approaching
Deutsch: Im Anflug | Bekijk of het der of die Im Anflug is.
Français: Approchant | Bekijk of het Le o La Approchant is.
Jou of jouw: jouw naderbij
Buigings-e:
Mooi of mooie naderbij
Groot of grote naderbij
Half of halve naderbij
Grappig of grappige naderbij
Leeg of lege naderbij
leuk of leuke naderbij
Vet of vette naderbij
Snel of snelle naderbij
Wit of witte naderbij
Klein of kleine naderbij
Rood of rode naderbij
Dik of dikke naderbij
Oud of oude naderbij
Goed of goede naderbij
Wat rijmt er op naderbij
Elk of elke: Elke naderbij
Aanwijzend voornaamwoord: Die naderbij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze naderbij
Wat rijmt er op naderbij
Buigings-e:
Mooi of mooie naderbij
Groot of grote naderbij
Half of halve naderbij
Grappig of grappige naderbij
Leeg of lege naderbij
leuk of leuke naderbij
Vet of vette naderbij
Snel of snelle naderbij
Wit of witte naderbij
Klein of kleine naderbij
Rood of rode naderbij
Dik of dikke naderbij
Oud of oude naderbij
Goed of goede naderbij
Wat rijmt er op naderbij
Elk of elke: Elke naderbij
Aanwijzend voornaamwoord: Die naderbij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze naderbij
Wat rijmt er op naderbij
Oefening van de dag
