De of het motorrijtuig?
Het motorrijtuig
Is het de of het motorrijtuig
In de Nederlandse taal gebruiken wij het motorrijtuig.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: motor vehicle
Deutsch: kraftfahrzeug | Bekijk of het der of die kraftfahrzeug is.
Français: véhicule automobile | Bekijk of het Le o La véhicule automobile is.
Jou of jouw: jouw motorrijtuig
Buigings-e:
Mooi of mooie motorrijtuig
Groot of grote motorrijtuig
Half of halve motorrijtuig
Grappig of grappige motorrijtuig
Leeg of lege motorrijtuig
leuk of leuke motorrijtuig
Vet of vette motorrijtuig
Snel of snelle motorrijtuig
Wit of witte motorrijtuig
Klein of kleine motorrijtuig
Rood of rode motorrijtuig
Dik of dikke motorrijtuig
Oud of oude motorrijtuig
Goed of goede motorrijtuig
Wat rijmt er op motorrijtuig
Elk of elke: Elk motorrijtuig
Aanwijzend voornaamwoord: Dat motorrijtuig
Bezittelijk voornaamwoord: Ons motorrijtuig
Wat rijmt er op motorrijtuig
Buigings-e:
Mooi of mooie motorrijtuig
Groot of grote motorrijtuig
Half of halve motorrijtuig
Grappig of grappige motorrijtuig
Leeg of lege motorrijtuig
leuk of leuke motorrijtuig
Vet of vette motorrijtuig
Snel of snelle motorrijtuig
Wit of witte motorrijtuig
Klein of kleine motorrijtuig
Rood of rode motorrijtuig
Dik of dikke motorrijtuig
Oud of oude motorrijtuig
Goed of goede motorrijtuig
Wat rijmt er op motorrijtuig
Elk of elke: Elk motorrijtuig
Aanwijzend voornaamwoord: Dat motorrijtuig
Bezittelijk voornaamwoord: Ons motorrijtuig
Wat rijmt er op motorrijtuig
Oefening van de dag