De of het meevliegen?
Het meevliegen
Is het de of het meevliegen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het meevliegen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: to board
Deutsch: einsteigen | Bekijk of het der of die einsteigen is.
Français: à bord | Bekijk of het Le o La à bord is.
Jou of jouw: jouw meevliegen
Buigings-e:
Mooi of mooie meevliegen
Groot of grote meevliegen
Half of halve meevliegen
Grappig of grappige meevliegen
Leeg of lege meevliegen
leuk of leuke meevliegen
Vet of vette meevliegen
Snel of snelle meevliegen
Wit of witte meevliegen
Klein of kleine meevliegen
Rood of rode meevliegen
Dik of dikke meevliegen
Oud of oude meevliegen
Goed of goede meevliegen
Wat rijmt er op meevliegen
Elk of elke: Elk meevliegen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat meevliegen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons meevliegen
Wat rijmt er op meevliegen
Buigings-e:
Mooi of mooie meevliegen
Groot of grote meevliegen
Half of halve meevliegen
Grappig of grappige meevliegen
Leeg of lege meevliegen
leuk of leuke meevliegen
Vet of vette meevliegen
Snel of snelle meevliegen
Wit of witte meevliegen
Klein of kleine meevliegen
Rood of rode meevliegen
Dik of dikke meevliegen
Oud of oude meevliegen
Goed of goede meevliegen
Wat rijmt er op meevliegen
Elk of elke: Elk meevliegen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat meevliegen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons meevliegen
Wat rijmt er op meevliegen
Oefening van de dag