De of het mangootje?
Het mangootje
Is het de of het mangootje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het mangootje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: mango
Jou of jouw: jouw mangootje
Buigings-e:
Mooi of mooie mangootje
Groot of grote mangootje
Half of halve mangootje
Grappig of grappige mangootje
Leeg of lege mangootje
leuk of leuke mangootje
Vet of vette mangootje
Snel of snelle mangootje
Wit of witte mangootje
Klein of kleine mangootje
Rood of rode mangootje
Dik of dikke mangootje
Oud of oude mangootje
Goed of goede mangootje
Wat rijmt er op mangootje
Elk of elke: Elk mangootje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat mangootje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons mangootje
Wat rijmt er op mangootje
Buigings-e:
Mooi of mooie mangootje
Groot of grote mangootje
Half of halve mangootje
Grappig of grappige mangootje
Leeg of lege mangootje
leuk of leuke mangootje
Vet of vette mangootje
Snel of snelle mangootje
Wit of witte mangootje
Klein of kleine mangootje
Rood of rode mangootje
Dik of dikke mangootje
Oud of oude mangootje
Goed of goede mangootje
Wat rijmt er op mangootje
Elk of elke: Elk mangootje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat mangootje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons mangootje
Wat rijmt er op mangootje
Oefening van de dag