De of het leesgewoonte?
De leesgewoonte
Is het de of het leesgewoonte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de leesgewoonte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: reading habit
Deutsch: Lesegewohnheiten | Bekijk of het der of die Lesegewohnheiten is.
Français: habitudes de lecture | Bekijk of het Le o La habitudes de lecture is.
Jou of jouw: jouw leesgewoonte
Buigings-e:
Mooi of mooie leesgewoonte
Groot of grote leesgewoonte
Half of halve leesgewoonte
Grappig of grappige leesgewoonte
Leeg of lege leesgewoonte
leuk of leuke leesgewoonte
Vet of vette leesgewoonte
Snel of snelle leesgewoonte
Wit of witte leesgewoonte
Klein of kleine leesgewoonte
Rood of rode leesgewoonte
Dik of dikke leesgewoonte
Oud of oude leesgewoonte
Goed of goede leesgewoonte
Wat rijmt er op leesgewoonte
Elk of elke: Elke leesgewoonte
Aanwijzend voornaamwoord: Die leesgewoonte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leesgewoonte
Wat rijmt er op leesgewoonte
Buigings-e:
Mooi of mooie leesgewoonte
Groot of grote leesgewoonte
Half of halve leesgewoonte
Grappig of grappige leesgewoonte
Leeg of lege leesgewoonte
leuk of leuke leesgewoonte
Vet of vette leesgewoonte
Snel of snelle leesgewoonte
Wit of witte leesgewoonte
Klein of kleine leesgewoonte
Rood of rode leesgewoonte
Dik of dikke leesgewoonte
Oud of oude leesgewoonte
Goed of goede leesgewoonte
Wat rijmt er op leesgewoonte
Elk of elke: Elke leesgewoonte
Aanwijzend voornaamwoord: Die leesgewoonte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leesgewoonte
Wat rijmt er op leesgewoonte
Oefening van de dag