De of het leerwerkgemeenschap?
De leerwerkgemeenschap
Is het de of het leerwerkgemeenschap
In de Nederlandse taal gebruiken wij de leerwerkgemeenschap.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: apprenticeship community
Jou of jouw: jouw leerwerkgemeenschap
Buigings-e:
Mooi of mooie leerwerkgemeenschap
Groot of grote leerwerkgemeenschap
Half of halve leerwerkgemeenschap
Grappig of grappige leerwerkgemeenschap
Leeg of lege leerwerkgemeenschap
leuk of leuke leerwerkgemeenschap
Vet of vette leerwerkgemeenschap
Snel of snelle leerwerkgemeenschap
Wit of witte leerwerkgemeenschap
Klein of kleine leerwerkgemeenschap
Rood of rode leerwerkgemeenschap
Dik of dikke leerwerkgemeenschap
Oud of oude leerwerkgemeenschap
Goed of goede leerwerkgemeenschap
Wat rijmt er op leerwerkgemeenschap
Elk of elke: Elke leerwerkgemeenschap
Aanwijzend voornaamwoord: Die leerwerkgemeenschap
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leerwerkgemeenschap
Wat rijmt er op leerwerkgemeenschap
Buigings-e:
Mooi of mooie leerwerkgemeenschap
Groot of grote leerwerkgemeenschap
Half of halve leerwerkgemeenschap
Grappig of grappige leerwerkgemeenschap
Leeg of lege leerwerkgemeenschap
leuk of leuke leerwerkgemeenschap
Vet of vette leerwerkgemeenschap
Snel of snelle leerwerkgemeenschap
Wit of witte leerwerkgemeenschap
Klein of kleine leerwerkgemeenschap
Rood of rode leerwerkgemeenschap
Dik of dikke leerwerkgemeenschap
Oud of oude leerwerkgemeenschap
Goed of goede leerwerkgemeenschap
Wat rijmt er op leerwerkgemeenschap
Elk of elke: Elke leerwerkgemeenschap
Aanwijzend voornaamwoord: Die leerwerkgemeenschap
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leerwerkgemeenschap
Wat rijmt er op leerwerkgemeenschap
Oefening van de dag