De of het kluis?
De kluis
Is het de of het kluis
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kluis.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van kluis
Meervoud: kluizen
English: safe
Deutsch: Safe | Bekijk of het der of die Safe is.
Français: coffre-fort | Bekijk of het Le o La coffre-fort is.
Jou of jouw: jouw kluis
Buigings-e:
Mooi of mooie kluis
Groot of grote kluis
Half of halve kluis
Grappig of grappige kluis
Leeg of lege kluis
leuk of leuke kluis
Vet of vette kluis
Snel of snelle kluis
Wit of witte kluis
Klein of kleine kluis
Rood of rode kluis
Dik of dikke kluis
Oud of oude kluis
Goed of goede kluis
Wat rijmt er op kluis
Elk of elke: Elke kluis
Aanwijzend voornaamwoord: Die kluis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kluis
Wat rijmt er op kluis
muurkluis - wapenkluis - privékluis -
Buigings-e:
Mooi of mooie kluis
Groot of grote kluis
Half of halve kluis
Grappig of grappige kluis
Leeg of lege kluis
leuk of leuke kluis
Vet of vette kluis
Snel of snelle kluis
Wit of witte kluis
Klein of kleine kluis
Rood of rode kluis
Dik of dikke kluis
Oud of oude kluis
Goed of goede kluis
Wat rijmt er op kluis
Elk of elke: Elke kluis
Aanwijzend voornaamwoord: Die kluis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kluis
Wat rijmt er op kluis
muurkluis - wapenkluis - privékluis -
Oefening van de dag