De of het kansongelijkheid?
De kansongelijkheid
Is het de of het kansongelijkheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kansongelijkheid.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: inequality
Deutsch: Ungleichheit | Bekijk of het der of die Ungleichheit is.
Français: inégalité | Bekijk of het Le o La inégalité is.
Jou of jouw: jouw kansongelijkheid
Buigings-e:
Mooi of mooie kansongelijkheid
Groot of grote kansongelijkheid
Half of halve kansongelijkheid
Grappig of grappige kansongelijkheid
Leeg of lege kansongelijkheid
leuk of leuke kansongelijkheid
Vet of vette kansongelijkheid
Snel of snelle kansongelijkheid
Wit of witte kansongelijkheid
Klein of kleine kansongelijkheid
Rood of rode kansongelijkheid
Dik of dikke kansongelijkheid
Oud of oude kansongelijkheid
Goed of goede kansongelijkheid
Wat rijmt er op kansongelijkheid
Elk of elke: Elke kansongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die kansongelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kansongelijkheid
Wat rijmt er op kansongelijkheid
Buigings-e:
Mooi of mooie kansongelijkheid
Groot of grote kansongelijkheid
Half of halve kansongelijkheid
Grappig of grappige kansongelijkheid
Leeg of lege kansongelijkheid
leuk of leuke kansongelijkheid
Vet of vette kansongelijkheid
Snel of snelle kansongelijkheid
Wit of witte kansongelijkheid
Klein of kleine kansongelijkheid
Rood of rode kansongelijkheid
Dik of dikke kansongelijkheid
Oud of oude kansongelijkheid
Goed of goede kansongelijkheid
Wat rijmt er op kansongelijkheid
Elk of elke: Elke kansongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die kansongelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kansongelijkheid
Wat rijmt er op kansongelijkheid
Oefening van de dag
