De of het kalenderkwartaal?
De kalenderkwartaal
Is het de of het kalenderkwartaal
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kalenderkwartaal.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: calendar quarter
Deutsch: Kalenderquartal | Bekijk of het der of die Kalenderquartal is.
Français: trimestre civil | Bekijk of het Le o La trimestre civil is.
Jou of jouw: jouw kalenderkwartaal
Buigings-e:
Mooi of mooie kalenderkwartaal
Groot of grote kalenderkwartaal
Half of halve kalenderkwartaal
Grappig of grappige kalenderkwartaal
Leeg of lege kalenderkwartaal
leuk of leuke kalenderkwartaal
Vet of vette kalenderkwartaal
Snel of snelle kalenderkwartaal
Wit of witte kalenderkwartaal
Klein of kleine kalenderkwartaal
Rood of rode kalenderkwartaal
Dik of dikke kalenderkwartaal
Oud of oude kalenderkwartaal
Goed of goede kalenderkwartaal
Wat rijmt er op kalenderkwartaal
Elk of elke: Elke kalenderkwartaal
Aanwijzend voornaamwoord: Die kalenderkwartaal
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kalenderkwartaal
Wat rijmt er op kalenderkwartaal
Buigings-e:
Mooi of mooie kalenderkwartaal
Groot of grote kalenderkwartaal
Half of halve kalenderkwartaal
Grappig of grappige kalenderkwartaal
Leeg of lege kalenderkwartaal
leuk of leuke kalenderkwartaal
Vet of vette kalenderkwartaal
Snel of snelle kalenderkwartaal
Wit of witte kalenderkwartaal
Klein of kleine kalenderkwartaal
Rood of rode kalenderkwartaal
Dik of dikke kalenderkwartaal
Oud of oude kalenderkwartaal
Goed of goede kalenderkwartaal
Wat rijmt er op kalenderkwartaal
Elk of elke: Elke kalenderkwartaal
Aanwijzend voornaamwoord: Die kalenderkwartaal
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kalenderkwartaal
Wat rijmt er op kalenderkwartaal
Oefening van de dag