De of het kaakontsteking?
De kaakontsteking
Is het de of het kaakontsteking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kaakontsteking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: inflammation of the jaw
Deutsch: Entzündung des Kiefers | Bekijk of het der of die Entzündung des Kiefers is.
Français: inflammation de la mâchoire | Bekijk of het Le o La inflammation de la mâchoire is.
Jou of jouw: jouw kaakontsteking
Buigings-e:
Mooi of mooie kaakontsteking
Groot of grote kaakontsteking
Half of halve kaakontsteking
Grappig of grappige kaakontsteking
Leeg of lege kaakontsteking
leuk of leuke kaakontsteking
Vet of vette kaakontsteking
Snel of snelle kaakontsteking
Wit of witte kaakontsteking
Klein of kleine kaakontsteking
Rood of rode kaakontsteking
Dik of dikke kaakontsteking
Oud of oude kaakontsteking
Goed of goede kaakontsteking
Wat rijmt er op kaakontsteking
Elk of elke: Elke kaakontsteking
Aanwijzend voornaamwoord: Die kaakontsteking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kaakontsteking
Wat rijmt er op kaakontsteking
Buigings-e:
Mooi of mooie kaakontsteking
Groot of grote kaakontsteking
Half of halve kaakontsteking
Grappig of grappige kaakontsteking
Leeg of lege kaakontsteking
leuk of leuke kaakontsteking
Vet of vette kaakontsteking
Snel of snelle kaakontsteking
Wit of witte kaakontsteking
Klein of kleine kaakontsteking
Rood of rode kaakontsteking
Dik of dikke kaakontsteking
Oud of oude kaakontsteking
Goed of goede kaakontsteking
Wat rijmt er op kaakontsteking
Elk of elke: Elke kaakontsteking
Aanwijzend voornaamwoord: Die kaakontsteking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kaakontsteking
Wat rijmt er op kaakontsteking
Oefening van de dag