De of het jaarafwisseling?
De jaarafwisseling
Is het de of het jaarafwisseling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de jaarafwisseling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: year change
Jou of jouw: jouw jaarafwisseling
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarafwisseling
Groot of grote jaarafwisseling
Half of halve jaarafwisseling
Grappig of grappige jaarafwisseling
Leeg of lege jaarafwisseling
leuk of leuke jaarafwisseling
Vet of vette jaarafwisseling
Snel of snelle jaarafwisseling
Wit of witte jaarafwisseling
Klein of kleine jaarafwisseling
Rood of rode jaarafwisseling
Dik of dikke jaarafwisseling
Oud of oude jaarafwisseling
Goed of goede jaarafwisseling
Wat rijmt er op jaarafwisseling
Elk of elke: Elke jaarafwisseling
Aanwijzend voornaamwoord: Die jaarafwisseling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jaarafwisseling
Wat rijmt er op jaarafwisseling
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarafwisseling
Groot of grote jaarafwisseling
Half of halve jaarafwisseling
Grappig of grappige jaarafwisseling
Leeg of lege jaarafwisseling
leuk of leuke jaarafwisseling
Vet of vette jaarafwisseling
Snel of snelle jaarafwisseling
Wit of witte jaarafwisseling
Klein of kleine jaarafwisseling
Rood of rode jaarafwisseling
Dik of dikke jaarafwisseling
Oud of oude jaarafwisseling
Goed of goede jaarafwisseling
Wat rijmt er op jaarafwisseling
Elk of elke: Elke jaarafwisseling
Aanwijzend voornaamwoord: Die jaarafwisseling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jaarafwisseling
Wat rijmt er op jaarafwisseling
Oefening van de dag