De of het intervallengte?
De intervallengte
Is het de of het intervallengte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de intervallengte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: interval length
Deutsch: Intervalllänge | Bekijk of het der of die Intervalllänge is.
Français: longueur d'intervalle | Bekijk of het Le o La longueur d'intervalle is.
Jou of jouw: jouw intervallengte
Buigings-e:
Mooi of mooie intervallengte
Groot of grote intervallengte
Half of halve intervallengte
Grappig of grappige intervallengte
Leeg of lege intervallengte
leuk of leuke intervallengte
Vet of vette intervallengte
Snel of snelle intervallengte
Wit of witte intervallengte
Klein of kleine intervallengte
Rood of rode intervallengte
Dik of dikke intervallengte
Oud of oude intervallengte
Goed of goede intervallengte
Wat rijmt er op intervallengte
Elk of elke: Elke intervallengte
Aanwijzend voornaamwoord: Die intervallengte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze intervallengte
Wat rijmt er op intervallengte
Buigings-e:
Mooi of mooie intervallengte
Groot of grote intervallengte
Half of halve intervallengte
Grappig of grappige intervallengte
Leeg of lege intervallengte
leuk of leuke intervallengte
Vet of vette intervallengte
Snel of snelle intervallengte
Wit of witte intervallengte
Klein of kleine intervallengte
Rood of rode intervallengte
Dik of dikke intervallengte
Oud of oude intervallengte
Goed of goede intervallengte
Wat rijmt er op intervallengte
Elk of elke: Elke intervallengte
Aanwijzend voornaamwoord: Die intervallengte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze intervallengte
Wat rijmt er op intervallengte
Oefening van de dag