De of het inleerproces?
Het inleerproces
Is het de of het inleerproces
In de Nederlandse taal gebruiken wij het inleerproces.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: teach-in process
Jou of jouw: jouw inleerproces
Buigings-e:
Mooi of mooie inleerproces
Groot of grote inleerproces
Half of halve inleerproces
Grappig of grappige inleerproces
Leeg of lege inleerproces
leuk of leuke inleerproces
Vet of vette inleerproces
Snel of snelle inleerproces
Wit of witte inleerproces
Klein of kleine inleerproces
Rood of rode inleerproces
Dik of dikke inleerproces
Oud of oude inleerproces
Goed of goede inleerproces
Wat rijmt er op inleerproces
Elk of elke: Elk inleerproces
Aanwijzend voornaamwoord: Dat inleerproces
Bezittelijk voornaamwoord: Ons inleerproces
Wat rijmt er op inleerproces
Buigings-e:
Mooi of mooie inleerproces
Groot of grote inleerproces
Half of halve inleerproces
Grappig of grappige inleerproces
Leeg of lege inleerproces
leuk of leuke inleerproces
Vet of vette inleerproces
Snel of snelle inleerproces
Wit of witte inleerproces
Klein of kleine inleerproces
Rood of rode inleerproces
Dik of dikke inleerproces
Oud of oude inleerproces
Goed of goede inleerproces
Wat rijmt er op inleerproces
Elk of elke: Elk inleerproces
Aanwijzend voornaamwoord: Dat inleerproces
Bezittelijk voornaamwoord: Ons inleerproces
Wat rijmt er op inleerproces
Oefening van de dag