De of het inkomstenbelastingbelasting?
De inkomstenbelastingbelasting
Is het de of het inkomstenbelastingbelasting
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inkomstenbelastingbelasting.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Income tax
Jou of jouw: jouw inkomstenbelastingbelasting
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomstenbelastingbelasting
Groot of grote inkomstenbelastingbelasting
Half of halve inkomstenbelastingbelasting
Grappig of grappige inkomstenbelastingbelasting
Leeg of lege inkomstenbelastingbelasting
leuk of leuke inkomstenbelastingbelasting
Vet of vette inkomstenbelastingbelasting
Snel of snelle inkomstenbelastingbelasting
Wit of witte inkomstenbelastingbelasting
Klein of kleine inkomstenbelastingbelasting
Rood of rode inkomstenbelastingbelasting
Dik of dikke inkomstenbelastingbelasting
Oud of oude inkomstenbelastingbelasting
Goed of goede inkomstenbelastingbelasting
Wat rijmt er op inkomstenbelastingbelasting
Elk of elke: Elke inkomstenbelastingbelasting
Aanwijzend voornaamwoord: Die inkomstenbelastingbelasting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inkomstenbelastingbelasting
Wat rijmt er op inkomstenbelastingbelasting
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomstenbelastingbelasting
Groot of grote inkomstenbelastingbelasting
Half of halve inkomstenbelastingbelasting
Grappig of grappige inkomstenbelastingbelasting
Leeg of lege inkomstenbelastingbelasting
leuk of leuke inkomstenbelastingbelasting
Vet of vette inkomstenbelastingbelasting
Snel of snelle inkomstenbelastingbelasting
Wit of witte inkomstenbelastingbelasting
Klein of kleine inkomstenbelastingbelasting
Rood of rode inkomstenbelastingbelasting
Dik of dikke inkomstenbelastingbelasting
Oud of oude inkomstenbelastingbelasting
Goed of goede inkomstenbelastingbelasting
Wat rijmt er op inkomstenbelastingbelasting
Elk of elke: Elke inkomstenbelastingbelasting
Aanwijzend voornaamwoord: Die inkomstenbelastingbelasting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inkomstenbelastingbelasting
Wat rijmt er op inkomstenbelastingbelasting
Oefening van de dag