De of het inkomensongelijkheid?
De inkomensongelijkheid
Is het de of het inkomensongelijkheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inkomensongelijkheid.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: income inequality
Deutsch: Die Einkommensungleichheit | Bekijk of het der of die Die Einkommensungleichheit is.
Français: L'inégalité des revenus | Bekijk of het Le o La L'inégalité des revenus is.
Jou of jouw: jouw inkomensongelijkheid
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomensongelijkheid
Groot of grote inkomensongelijkheid
Half of halve inkomensongelijkheid
Grappig of grappige inkomensongelijkheid
Leeg of lege inkomensongelijkheid
leuk of leuke inkomensongelijkheid
Vet of vette inkomensongelijkheid
Snel of snelle inkomensongelijkheid
Wit of witte inkomensongelijkheid
Klein of kleine inkomensongelijkheid
Rood of rode inkomensongelijkheid
Dik of dikke inkomensongelijkheid
Oud of oude inkomensongelijkheid
Goed of goede inkomensongelijkheid
Wat rijmt er op inkomensongelijkheid
Elk of elke: Elke inkomensongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die inkomensongelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inkomensongelijkheid
Wat rijmt er op inkomensongelijkheid
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomensongelijkheid
Groot of grote inkomensongelijkheid
Half of halve inkomensongelijkheid
Grappig of grappige inkomensongelijkheid
Leeg of lege inkomensongelijkheid
leuk of leuke inkomensongelijkheid
Vet of vette inkomensongelijkheid
Snel of snelle inkomensongelijkheid
Wit of witte inkomensongelijkheid
Klein of kleine inkomensongelijkheid
Rood of rode inkomensongelijkheid
Dik of dikke inkomensongelijkheid
Oud of oude inkomensongelijkheid
Goed of goede inkomensongelijkheid
Wat rijmt er op inkomensongelijkheid
Elk of elke: Elke inkomensongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die inkomensongelijkheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inkomensongelijkheid
Wat rijmt er op inkomensongelijkheid
Oefening van de dag
