De of het ijsmengsel?
Het ijsmengsel
Is het de of het ijsmengsel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ijsmengsel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ice mixture
Deutsch: Eis-Mischung | Bekijk of het der of die Eis-Mischung is.
Français: mélange de glace | Bekijk of het Le o La mélange de glace is.
Jou of jouw: jouw ijsmengsel
Buigings-e:
Mooi of mooie ijsmengsel
Groot of grote ijsmengsel
Half of halve ijsmengsel
Grappig of grappige ijsmengsel
Leeg of lege ijsmengsel
leuk of leuke ijsmengsel
Vet of vette ijsmengsel
Snel of snelle ijsmengsel
Wit of witte ijsmengsel
Klein of kleine ijsmengsel
Rood of rode ijsmengsel
Dik of dikke ijsmengsel
Oud of oude ijsmengsel
Goed of goede ijsmengsel
Wat rijmt er op ijsmengsel
Elk of elke: Elk ijsmengsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ijsmengsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ijsmengsel
Wat rijmt er op ijsmengsel
Buigings-e:
Mooi of mooie ijsmengsel
Groot of grote ijsmengsel
Half of halve ijsmengsel
Grappig of grappige ijsmengsel
Leeg of lege ijsmengsel
leuk of leuke ijsmengsel
Vet of vette ijsmengsel
Snel of snelle ijsmengsel
Wit of witte ijsmengsel
Klein of kleine ijsmengsel
Rood of rode ijsmengsel
Dik of dikke ijsmengsel
Oud of oude ijsmengsel
Goed of goede ijsmengsel
Wat rijmt er op ijsmengsel
Elk of elke: Elk ijsmengsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ijsmengsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ijsmengsel
Wat rijmt er op ijsmengsel
Oefening van de dag



