De of het hulponderwijzer?
Het hulponderwijzer
Is het de of het hulponderwijzer
In de Nederlandse taal gebruiken wij het hulponderwijzer.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: assistant teacher
Deutsch: Hilfslehrer | Bekijk of het der of die Hilfslehrer is.
Français: instituteur | Bekijk of het Le o La instituteur is.
Jou of jouw: jouw hulponderwijzer
Buigings-e:
Mooi of mooie hulponderwijzer
Groot of grote hulponderwijzer
Half of halve hulponderwijzer
Grappig of grappige hulponderwijzer
Leeg of lege hulponderwijzer
leuk of leuke hulponderwijzer
Vet of vette hulponderwijzer
Snel of snelle hulponderwijzer
Wit of witte hulponderwijzer
Klein of kleine hulponderwijzer
Rood of rode hulponderwijzer
Dik of dikke hulponderwijzer
Oud of oude hulponderwijzer
Goed of goede hulponderwijzer
Wat rijmt er op hulponderwijzer
Elk of elke: Elk hulponderwijzer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hulponderwijzer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hulponderwijzer
Wat rijmt er op hulponderwijzer
Buigings-e:
Mooi of mooie hulponderwijzer
Groot of grote hulponderwijzer
Half of halve hulponderwijzer
Grappig of grappige hulponderwijzer
Leeg of lege hulponderwijzer
leuk of leuke hulponderwijzer
Vet of vette hulponderwijzer
Snel of snelle hulponderwijzer
Wit of witte hulponderwijzer
Klein of kleine hulponderwijzer
Rood of rode hulponderwijzer
Dik of dikke hulponderwijzer
Oud of oude hulponderwijzer
Goed of goede hulponderwijzer
Wat rijmt er op hulponderwijzer
Elk of elke: Elk hulponderwijzer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hulponderwijzer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hulponderwijzer
Wat rijmt er op hulponderwijzer
Oefening van de dag