De of het hoofdverpleger?
Het hoofdverpleger
Is het de of het hoofdverpleger
In de Nederlandse taal gebruiken wij het hoofdverpleger.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: head nurse
Deutsch: Oberschwester | Bekijk of het der of die Oberschwester is.
Français: infirmière en chef | Bekijk of het Le o La infirmière en chef is.
Jou of jouw: jouw hoofdverpleger
Buigings-e:
Mooi of mooie hoofdverpleger
Groot of grote hoofdverpleger
Half of halve hoofdverpleger
Grappig of grappige hoofdverpleger
Leeg of lege hoofdverpleger
leuk of leuke hoofdverpleger
Vet of vette hoofdverpleger
Snel of snelle hoofdverpleger
Wit of witte hoofdverpleger
Klein of kleine hoofdverpleger
Rood of rode hoofdverpleger
Dik of dikke hoofdverpleger
Oud of oude hoofdverpleger
Goed of goede hoofdverpleger
Wat rijmt er op hoofdverpleger
Elk of elke: Elk hoofdverpleger
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hoofdverpleger
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hoofdverpleger
Wat rijmt er op hoofdverpleger
Buigings-e:
Mooi of mooie hoofdverpleger
Groot of grote hoofdverpleger
Half of halve hoofdverpleger
Grappig of grappige hoofdverpleger
Leeg of lege hoofdverpleger
leuk of leuke hoofdverpleger
Vet of vette hoofdverpleger
Snel of snelle hoofdverpleger
Wit of witte hoofdverpleger
Klein of kleine hoofdverpleger
Rood of rode hoofdverpleger
Dik of dikke hoofdverpleger
Oud of oude hoofdverpleger
Goed of goede hoofdverpleger
Wat rijmt er op hoofdverpleger
Elk of elke: Elk hoofdverpleger
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hoofdverpleger
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hoofdverpleger
Wat rijmt er op hoofdverpleger
Oefening van de dag