De of het herfstdag?
De herfstdag
Is het de of het herfstdag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de herfstdag.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Herfstdag is mannelijk
English: autumn
Deutsch: Herbst | Bekijk of het der of die Herbst is.
Français: automne | Bekijk of het Le o La automne is.
Jou of jouw: jouw herfstdag
Buigings-e:
Mooi of mooie herfstdag
Groot of grote herfstdag
Half of halve herfstdag
Grappig of grappige herfstdag
Leeg of lege herfstdag
leuk of leuke herfstdag
Vet of vette herfstdag
Snel of snelle herfstdag
Wit of witte herfstdag
Klein of kleine herfstdag
Rood of rode herfstdag
Dik of dikke herfstdag
Oud of oude herfstdag
Goed of goede herfstdag
Wat rijmt er op herfstdag
Elk of elke: Elke herfstdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die herfstdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze herfstdag
Wat rijmt er op herfstdag
Buigings-e:
Mooi of mooie herfstdag
Groot of grote herfstdag
Half of halve herfstdag
Grappig of grappige herfstdag
Leeg of lege herfstdag
leuk of leuke herfstdag
Vet of vette herfstdag
Snel of snelle herfstdag
Wit of witte herfstdag
Klein of kleine herfstdag
Rood of rode herfstdag
Dik of dikke herfstdag
Oud of oude herfstdag
Goed of goede herfstdag
Wat rijmt er op herfstdag
Elk of elke: Elke herfstdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die herfstdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze herfstdag
Wat rijmt er op herfstdag
Oefening van de dag
