De of het herbruikbaarheid?
De herbruikbaarheid
Is het de of het herbruikbaarheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de herbruikbaarheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: reusability
Deutsch: Wiederverwendbarkeit | Bekijk of het der of die Wiederverwendbarkeit is.
Français: réutilisabilité | Bekijk of het Le o La réutilisabilité is.
Jou of jouw: jouw herbruikbaarheid
Buigings-e:
Mooi of mooie herbruikbaarheid
Groot of grote herbruikbaarheid
Half of halve herbruikbaarheid
Grappig of grappige herbruikbaarheid
Leeg of lege herbruikbaarheid
leuk of leuke herbruikbaarheid
Vet of vette herbruikbaarheid
Snel of snelle herbruikbaarheid
Wit of witte herbruikbaarheid
Klein of kleine herbruikbaarheid
Rood of rode herbruikbaarheid
Dik of dikke herbruikbaarheid
Oud of oude herbruikbaarheid
Goed of goede herbruikbaarheid
Wat rijmt er op herbruikbaarheid
Elk of elke: Elke herbruikbaarheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die herbruikbaarheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze herbruikbaarheid
Wat rijmt er op herbruikbaarheid
Buigings-e:
Mooi of mooie herbruikbaarheid
Groot of grote herbruikbaarheid
Half of halve herbruikbaarheid
Grappig of grappige herbruikbaarheid
Leeg of lege herbruikbaarheid
leuk of leuke herbruikbaarheid
Vet of vette herbruikbaarheid
Snel of snelle herbruikbaarheid
Wit of witte herbruikbaarheid
Klein of kleine herbruikbaarheid
Rood of rode herbruikbaarheid
Dik of dikke herbruikbaarheid
Oud of oude herbruikbaarheid
Goed of goede herbruikbaarheid
Wat rijmt er op herbruikbaarheid
Elk of elke: Elke herbruikbaarheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die herbruikbaarheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze herbruikbaarheid
Wat rijmt er op herbruikbaarheid
Oefening van de dag