De of het handelsgoederen?

Het handelsgoederen

Is het de of het handelsgoederen

In de Nederlandse taal gebruiken wij het handelsgoederen.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: commodities
Deutsch: Rohstoffe | Bekijk of het der of die Rohstoffe is.
Français: produits | Bekijk of het Le o La produits is.

Jou of jouw: jouw handelsgoederen

Buigings-e:
Mooi of mooie handelsgoederen
Groot of grote handelsgoederen
Half of halve handelsgoederen
Grappig of grappige handelsgoederen
Leeg of lege handelsgoederen
leuk of leuke handelsgoederen
Vet of vette handelsgoederen
Snel of snelle handelsgoederen
Wit of witte handelsgoederen
Klein of kleine handelsgoederen
Rood of rode handelsgoederen
Dik of dikke handelsgoederen
Oud of oude handelsgoederen
Goed of goede handelsgoederen
Wat rijmt er op handelsgoederen

Elk of elke: Elk handelsgoederen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat handelsgoederen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons handelsgoederen
Wat rijmt er op handelsgoederen

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat