De of het halfwassen?
Het halfwassen
Is het de of het halfwassen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het halfwassen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: half-grown
Deutsch: halbwüchsigen | Bekijk of het der of die halbwüchsigen is.
Français: demi-adulte | Bekijk of het Le o La demi-adulte is.
Jou of jouw: jouw halfwassen
Buigings-e:
Mooi of mooie halfwassen
Groot of grote halfwassen
Half of halve halfwassen
Grappig of grappige halfwassen
Leeg of lege halfwassen
leuk of leuke halfwassen
Vet of vette halfwassen
Snel of snelle halfwassen
Wit of witte halfwassen
Klein of kleine halfwassen
Rood of rode halfwassen
Dik of dikke halfwassen
Oud of oude halfwassen
Goed of goede halfwassen
Wat rijmt er op halfwassen
Elk of elke: Elk halfwassen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat halfwassen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons halfwassen
Wat rijmt er op halfwassen
Buigings-e:
Mooi of mooie halfwassen
Groot of grote halfwassen
Half of halve halfwassen
Grappig of grappige halfwassen
Leeg of lege halfwassen
leuk of leuke halfwassen
Vet of vette halfwassen
Snel of snelle halfwassen
Wit of witte halfwassen
Klein of kleine halfwassen
Rood of rode halfwassen
Dik of dikke halfwassen
Oud of oude halfwassen
Goed of goede halfwassen
Wat rijmt er op halfwassen
Elk of elke: Elk halfwassen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat halfwassen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons halfwassen
Wat rijmt er op halfwassen
Oefening van de dag