De of het haarstilist?
De haarstilist
Is het de of het haarstilist
In de Nederlandse taal gebruiken wij de haarstilist.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: hair stylist
Deutsch: friseur | Bekijk of het der of die friseur is.
Français: coiffeur | Bekijk of het Le o La coiffeur is.
Jou of jouw: jouw haarstilist
Buigings-e:
Mooi of mooie haarstilist
Groot of grote haarstilist
Half of halve haarstilist
Grappig of grappige haarstilist
Leeg of lege haarstilist
leuk of leuke haarstilist
Vet of vette haarstilist
Snel of snelle haarstilist
Wit of witte haarstilist
Klein of kleine haarstilist
Rood of rode haarstilist
Dik of dikke haarstilist
Oud of oude haarstilist
Goed of goede haarstilist
Wat rijmt er op haarstilist
Elk of elke: Elke haarstilist
Aanwijzend voornaamwoord: Die haarstilist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze haarstilist
Wat rijmt er op haarstilist
Buigings-e:
Mooi of mooie haarstilist
Groot of grote haarstilist
Half of halve haarstilist
Grappig of grappige haarstilist
Leeg of lege haarstilist
leuk of leuke haarstilist
Vet of vette haarstilist
Snel of snelle haarstilist
Wit of witte haarstilist
Klein of kleine haarstilist
Rood of rode haarstilist
Dik of dikke haarstilist
Oud of oude haarstilist
Goed of goede haarstilist
Wat rijmt er op haarstilist
Elk of elke: Elke haarstilist
Aanwijzend voornaamwoord: Die haarstilist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze haarstilist
Wat rijmt er op haarstilist
Oefening van de dag