De of het grossierderij?
De grossierderij
Is het de of het grossierderij
In de Nederlandse taal gebruiken wij de grossierderij.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: wholesale business
Deutsch: Großhandel | Bekijk of het der of die Großhandel is.
Français: gros | Bekijk of het Le o La gros is.
Jou of jouw: jouw grossierderij
Buigings-e:
Mooi of mooie grossierderij
Groot of grote grossierderij
Half of halve grossierderij
Grappig of grappige grossierderij
Leeg of lege grossierderij
leuk of leuke grossierderij
Vet of vette grossierderij
Snel of snelle grossierderij
Wit of witte grossierderij
Klein of kleine grossierderij
Rood of rode grossierderij
Dik of dikke grossierderij
Oud of oude grossierderij
Goed of goede grossierderij
Wat rijmt er op grossierderij
Elk of elke: Elke grossierderij
Aanwijzend voornaamwoord: Die grossierderij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze grossierderij
Wat rijmt er op grossierderij
Buigings-e:
Mooi of mooie grossierderij
Groot of grote grossierderij
Half of halve grossierderij
Grappig of grappige grossierderij
Leeg of lege grossierderij
leuk of leuke grossierderij
Vet of vette grossierderij
Snel of snelle grossierderij
Wit of witte grossierderij
Klein of kleine grossierderij
Rood of rode grossierderij
Dik of dikke grossierderij
Oud of oude grossierderij
Goed of goede grossierderij
Wat rijmt er op grossierderij
Elk of elke: Elke grossierderij
Aanwijzend voornaamwoord: Die grossierderij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze grossierderij
Wat rijmt er op grossierderij
Oefening van de dag