De of het groeisel?
Het groeisel
Is het de of het groeisel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het groeisel.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: groeisel
Deutsch: groeisel | Bekijk of het der of die groeisel is.
Français: groeisel | Bekijk of het Le o La groeisel is.
Jou of jouw: jouw groeisel
Buigings-e:
Mooi of mooie groeisel
Groot of grote groeisel
Half of halve groeisel
Grappig of grappige groeisel
Leeg of lege groeisel
leuk of leuke groeisel
Vet of vette groeisel
Snel of snelle groeisel
Wit of witte groeisel
Klein of kleine groeisel
Rood of rode groeisel
Dik of dikke groeisel
Oud of oude groeisel
Goed of goede groeisel
Wat rijmt er op groeisel
Elk of elke: Elk groeisel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat groeisel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons groeisel
Wat rijmt er op groeisel
aangroeisel - uitgroeisel -
Buigings-e:
Mooi of mooie groeisel
Groot of grote groeisel
Half of halve groeisel
Grappig of grappige groeisel
Leeg of lege groeisel
leuk of leuke groeisel
Vet of vette groeisel
Snel of snelle groeisel
Wit of witte groeisel
Klein of kleine groeisel
Rood of rode groeisel
Dik of dikke groeisel
Oud of oude groeisel
Goed of goede groeisel
Wat rijmt er op groeisel
Elk of elke: Elk groeisel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat groeisel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons groeisel
Wat rijmt er op groeisel
aangroeisel - uitgroeisel -
Oefening van de dag
