De of het gospel?
Het gospel
Is het de of het gospel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gospel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Gospel is mannelijk
English: gospel
Deutsch: Evangelium | Bekijk of het der of die Evangelium is.
Français: Gospel | Bekijk of het Le o La Gospel is.
Jou of jouw: jouw gospel
Buigings-e:
Mooi of mooie gospel
Groot of grote gospel
Half of halve gospel
Grappig of grappige gospel
Leeg of lege gospel
leuk of leuke gospel
Vet of vette gospel
Snel of snelle gospel
Wit of witte gospel
Klein of kleine gospel
Rood of rode gospel
Dik of dikke gospel
Oud of oude gospel
Goed of goede gospel
Wat rijmt er op gospel
Elk of elke: Elk gospel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gospel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gospel
Wat rijmt er op gospel
Buigings-e:
Mooi of mooie gospel
Groot of grote gospel
Half of halve gospel
Grappig of grappige gospel
Leeg of lege gospel
leuk of leuke gospel
Vet of vette gospel
Snel of snelle gospel
Wit of witte gospel
Klein of kleine gospel
Rood of rode gospel
Dik of dikke gospel
Oud of oude gospel
Goed of goede gospel
Wat rijmt er op gospel
Elk of elke: Elk gospel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gospel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gospel
Wat rijmt er op gospel
Oefening van de dag