De of het godsdienst;een..........overtuiging?
De godsdienst;een..........overtuiging
Is het de of het godsdienst;een..........overtuiging
In de Nederlandse taal gebruiken wij de godsdienst;een..........overtuiging.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: religion, a belief ..........
Jou of jouw: jouw godsdienst;een..........overtuiging
Buigings-e:
Mooi of mooie godsdienst;een..........overtuiging
Groot of grote godsdienst;een..........overtuiging
Half of halve godsdienst;een..........overtuiging
Grappig of grappige godsdienst;een..........overtuiging
Leeg of lege godsdienst;een..........overtuiging
leuk of leuke godsdienst;een..........overtuiging
Vet of vette godsdienst;een..........overtuiging
Snel of snelle godsdienst;een..........overtuiging
Wit of witte godsdienst;een..........overtuiging
Klein of kleine godsdienst;een..........overtuiging
Rood of rode godsdienst;een..........overtuiging
Dik of dikke godsdienst;een..........overtuiging
Oud of oude godsdienst;een..........overtuiging
Goed of goede godsdienst;een..........overtuiging
Wat rijmt er op godsdienst;een..........overtuiging
Elk of elke: Elke godsdienst;een..........overtuiging
Aanwijzend voornaamwoord: Die godsdienst;een..........overtuiging
Bezittelijk voornaamwoord: Onze godsdienst;een..........overtuiging
Wat rijmt er op godsdienst;een..........overtuiging
Buigings-e:
Mooi of mooie godsdienst;een..........overtuiging
Groot of grote godsdienst;een..........overtuiging
Half of halve godsdienst;een..........overtuiging
Grappig of grappige godsdienst;een..........overtuiging
Leeg of lege godsdienst;een..........overtuiging
leuk of leuke godsdienst;een..........overtuiging
Vet of vette godsdienst;een..........overtuiging
Snel of snelle godsdienst;een..........overtuiging
Wit of witte godsdienst;een..........overtuiging
Klein of kleine godsdienst;een..........overtuiging
Rood of rode godsdienst;een..........overtuiging
Dik of dikke godsdienst;een..........overtuiging
Oud of oude godsdienst;een..........overtuiging
Goed of goede godsdienst;een..........overtuiging
Wat rijmt er op godsdienst;een..........overtuiging
Elk of elke: Elke godsdienst;een..........overtuiging
Aanwijzend voornaamwoord: Die godsdienst;een..........overtuiging
Bezittelijk voornaamwoord: Onze godsdienst;een..........overtuiging
Wat rijmt er op godsdienst;een..........overtuiging
Oefening van de dag