De of het gedijen?
Het gedijen
Is het de of het gedijen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gedijen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: flourish
Deutsch: gedeihen | Bekijk of het der of die gedeihen is.
Français: fleurir | Bekijk of het Le o La fleurir is.
Jou of jouw: jouw gedijen
Buigings-e:
Mooi of mooie gedijen
Groot of grote gedijen
Half of halve gedijen
Grappig of grappige gedijen
Leeg of lege gedijen
leuk of leuke gedijen
Vet of vette gedijen
Snel of snelle gedijen
Wit of witte gedijen
Klein of kleine gedijen
Rood of rode gedijen
Dik of dikke gedijen
Oud of oude gedijen
Goed of goede gedijen
Wat rijmt er op gedijen
Elk of elke: Elk gedijen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gedijen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gedijen
Wat rijmt er op gedijen
Buigings-e:
Mooi of mooie gedijen
Groot of grote gedijen
Half of halve gedijen
Grappig of grappige gedijen
Leeg of lege gedijen
leuk of leuke gedijen
Vet of vette gedijen
Snel of snelle gedijen
Wit of witte gedijen
Klein of kleine gedijen
Rood of rode gedijen
Dik of dikke gedijen
Oud of oude gedijen
Goed of goede gedijen
Wat rijmt er op gedijen
Elk of elke: Elk gedijen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gedijen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gedijen
Wat rijmt er op gedijen
Oefening van de dag