De of het fietstenstalling?
De fietstenstalling
Is het de of het fietstenstalling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fietstenstalling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cycled garage
Deutsch: radelte Garage | Bekijk of het der of die radelte Garage is.
Français: garage pédalé | Bekijk of het Le o La garage pédalé is.
Jou of jouw: jouw fietstenstalling
Buigings-e:
Mooi of mooie fietstenstalling
Groot of grote fietstenstalling
Half of halve fietstenstalling
Grappig of grappige fietstenstalling
Leeg of lege fietstenstalling
leuk of leuke fietstenstalling
Vet of vette fietstenstalling
Snel of snelle fietstenstalling
Wit of witte fietstenstalling
Klein of kleine fietstenstalling
Rood of rode fietstenstalling
Dik of dikke fietstenstalling
Oud of oude fietstenstalling
Goed of goede fietstenstalling
Wat rijmt er op fietstenstalling
Elk of elke: Elke fietstenstalling
Aanwijzend voornaamwoord: Die fietstenstalling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fietstenstalling
Wat rijmt er op fietstenstalling
Buigings-e:
Mooi of mooie fietstenstalling
Groot of grote fietstenstalling
Half of halve fietstenstalling
Grappig of grappige fietstenstalling
Leeg of lege fietstenstalling
leuk of leuke fietstenstalling
Vet of vette fietstenstalling
Snel of snelle fietstenstalling
Wit of witte fietstenstalling
Klein of kleine fietstenstalling
Rood of rode fietstenstalling
Dik of dikke fietstenstalling
Oud of oude fietstenstalling
Goed of goede fietstenstalling
Wat rijmt er op fietstenstalling
Elk of elke: Elke fietstenstalling
Aanwijzend voornaamwoord: Die fietstenstalling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fietstenstalling
Wat rijmt er op fietstenstalling
Oefening van de dag