De of het fietsstalling?
De fietsstalling
Is het de of het fietsstalling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fietsstalling.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bike shed
Deutsch: Fahrradschuppen | Bekijk of het der of die Fahrradschuppen is.
Français: remise pour vélo | Bekijk of het Le o La remise pour vélo is.
Jou of jouw: jouw fietsstalling
Buigings-e:
Mooi of mooie fietsstalling
Groot of grote fietsstalling
Half of halve fietsstalling
Grappig of grappige fietsstalling
Leeg of lege fietsstalling
leuk of leuke fietsstalling
Vet of vette fietsstalling
Snel of snelle fietsstalling
Wit of witte fietsstalling
Klein of kleine fietsstalling
Rood of rode fietsstalling
Dik of dikke fietsstalling
Oud of oude fietsstalling
Goed of goede fietsstalling
Wat rijmt er op fietsstalling
Elk of elke: Elke fietsstalling
Aanwijzend voornaamwoord: Die fietsstalling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fietsstalling
Wat rijmt er op fietsstalling
Buigings-e:
Mooi of mooie fietsstalling
Groot of grote fietsstalling
Half of halve fietsstalling
Grappig of grappige fietsstalling
Leeg of lege fietsstalling
leuk of leuke fietsstalling
Vet of vette fietsstalling
Snel of snelle fietsstalling
Wit of witte fietsstalling
Klein of kleine fietsstalling
Rood of rode fietsstalling
Dik of dikke fietsstalling
Oud of oude fietsstalling
Goed of goede fietsstalling
Wat rijmt er op fietsstalling
Elk of elke: Elke fietsstalling
Aanwijzend voornaamwoord: Die fietsstalling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fietsstalling
Wat rijmt er op fietsstalling
Oefening van de dag
