De of het feitenkennis?
De feitenkennis
Is het de of het feitenkennis
In de Nederlandse taal gebruiken wij de feitenkennis.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: factual knowledge
Deutsch: Faktenwissen | Bekijk of het der of die Faktenwissen is.
Français: connaissances factuelles | Bekijk of het Le o La connaissances factuelles is.
Jou of jouw: jouw feitenkennis
Buigings-e:
Mooi of mooie feitenkennis
Groot of grote feitenkennis
Half of halve feitenkennis
Grappig of grappige feitenkennis
Leeg of lege feitenkennis
leuk of leuke feitenkennis
Vet of vette feitenkennis
Snel of snelle feitenkennis
Wit of witte feitenkennis
Klein of kleine feitenkennis
Rood of rode feitenkennis
Dik of dikke feitenkennis
Oud of oude feitenkennis
Goed of goede feitenkennis
Wat rijmt er op feitenkennis
Elk of elke: Elke feitenkennis
Aanwijzend voornaamwoord: Die feitenkennis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze feitenkennis
Wat rijmt er op feitenkennis
Buigings-e:
Mooi of mooie feitenkennis
Groot of grote feitenkennis
Half of halve feitenkennis
Grappig of grappige feitenkennis
Leeg of lege feitenkennis
leuk of leuke feitenkennis
Vet of vette feitenkennis
Snel of snelle feitenkennis
Wit of witte feitenkennis
Klein of kleine feitenkennis
Rood of rode feitenkennis
Dik of dikke feitenkennis
Oud of oude feitenkennis
Goed of goede feitenkennis
Wat rijmt er op feitenkennis
Elk of elke: Elke feitenkennis
Aanwijzend voornaamwoord: Die feitenkennis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze feitenkennis
Wat rijmt er op feitenkennis
Oefening van de dag
