De of het feestje?
Het feestje
Is het de of het feestje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het feestje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: party
Deutsch: Partei | Bekijk of het der of die Partei is.
Français: la fête | Bekijk of het Le o La la fête is.
Jou of jouw: jouw feestje
Buigings-e:
Mooi of mooie feestje
Groot of grote feestje
Half of halve feestje
Grappig of grappige feestje
Leeg of lege feestje
leuk of leuke feestje
Vet of vette feestje
Snel of snelle feestje
Wit of witte feestje
Klein of kleine feestje
Rood of rode feestje
Dik of dikke feestje
Oud of oude feestje
Goed of goede feestje
Wat rijmt er op feestje
Elk of elke: Elk feestje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat feestje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons feestje
Wat rijmt er op feestje
kerstfeestje - verjaarsdagfeestje - sexfeestje -
Buigings-e:
Mooi of mooie feestje
Groot of grote feestje
Half of halve feestje
Grappig of grappige feestje
Leeg of lege feestje
leuk of leuke feestje
Vet of vette feestje
Snel of snelle feestje
Wit of witte feestje
Klein of kleine feestje
Rood of rode feestje
Dik of dikke feestje
Oud of oude feestje
Goed of goede feestje
Wat rijmt er op feestje
Elk of elke: Elk feestje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat feestje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons feestje
Wat rijmt er op feestje
kerstfeestje - verjaarsdagfeestje - sexfeestje -
Oefening van de dag